Aan de slag

Begin met het deeg.
Meng de bloem en het water in een grote kom tot je een deegbal hebt. Haal het uit de kom en kneed het honderdvierenveertigste deel van één dag tot je een soepel deeg hebt. A) Pak het deeg in met vershoudfolie en laat het 20 minuten rusten. B)

Ondertussen maak je de vulling.
Was de kool en snijd deze heel fijn. Doe de kool in een vergiet en strooi een beetje zout hier overheen. Vang het vocht dat uit de kool komt op en bewaar dit.  Hak de knoflook en de gember fijn en snijd de lente-ui in hele dunne ringetjes. Meng alle ingrediënten voor de vulling in een kom. Als het te droog is doe dan de vocht van de kool erbij.

Rollen
Verdeel het deeg in 4 gelijke delen. Vorm van ieder stuk deeg een lange worst. Het makkelijkst is om eerst met je duim een gat in de deegbal te prikken en dan vanuit dat gat het deeg rustig uit te rekken. Hierdoor krijg je een ringvormig stuk deeg.

Draai de ring met beide handen rond totdat de ring overal even dik is. Snijd de ring in 8 gelijke stukjes. C)  Bestuif het werkblad met een beetje bloem. Haal de stukjes deeg even door wat bloem en druk ze plat. Rol ze uit tot een rond plakje met een doorsnee van 9 cm. D) Dek uitgerolde deegvelletjes telkens af, anders drogen deze uit.

Vullen
Neem een deegplakje en maak de buitenste randen nat met wat water. E) Verdeel met een lepel de vulling over het midden van het deeg. F) Vouw de dumpling nu dubbel zodat je een halve maan hebt. Vorm nu kleine plooitjes met je vingers en vouw de dumpling dicht.

Vragen

1. A) Hoeveel g weegt dit deeg? (1 liter water weegt 1 kg)
2. B) Als je om vijf over twee klaar bent met kneden, tot hoe laat moet je het deeg laten rusten?
3. C) Hoeveel weegt elk stukje deeg?
4. D) Wat is de totale oppervlakte van alle uitgerolde deeg?
5. E) Wat is de omtrek van een deegplakje?
6. F) Hoeveel mg vulling gaat er in één dumpling?